Algemene informatie opleiding Gelaatkunde

Lesprogramma Opleiding Gelaatkunde Basis module A+B+C

1.0 Basisinformatie

De opleiding
In de Gelaatkunde Basis Compleet is de Holistische werkwijze uitgangspunt. Daarbij wordt ook het verbeteren van de communicatie en de ethische benadering in de hantering van de methodiek en in de relatie van therapeut en cliënt centraal gesteld.

De student maakt kennis met de methodiek van Gelaatkunde, en leert een diagnose vast te stellen door de totale vorm van het lichaam mee te nemen in de analyse. Door zowel het hele lichaam, gezicht en schedel mee te nemen kan de lichamelijke en geestelijke toestand van de cliënt begrepen worden. Zo kan er aan een evenwichtig herstel gewerkt worden. Met behulp van deze algehele vormdiagnose kan een dieper liggende oorzaak behandeld worden van fysieke of geestelijke klachten van de cliënt.

Resultaat

De student maakt kennis en begrijpt de methodiek van Gelaatkunde en leert deze toe te passen in de begeleiding van cliënten. De student leert de natuurlijke karaktereigenschappen van de cliënt te herkennen en leert diagnostisch te kijken waarom cliënt lichamelijk, emotioneel of geestelijk over grenzen gaat. De diagnostische analyse kunnen ze meenemen in hun behandelplan. De student leert op holistische wijze raad en advies te geven over de fysieke en geestelijke toestand van cliënt. De student leert zo met de cliënt te communiceren.

Voor wie

De cursus is bedoeld als bij- of nascholing voor psychologen, therapeuten, psychosociaal hulpverleners,
maatschappelijk werkers, hypnotherapeuten, regressietherapeuten en andere paramedici uit de reguliere en complementaire hulpverlening. Ook geïnteresseerden in de leer van de gelaatkunde, coaches,  trainers, docenten en anderen, die affiniteit hebben met het begeleiden van individuele cliënten of groepen. Dus voor hen, die Gelaatkunde willen toepassen voor hulp of ondersteuning in het werkveld. Met minimaal 1 HBO niveau opleiding.

Lesprogramma Opleiding Gelaatkunde Basis module A+B+C

1.1 Toetsing bij Module B en C:

Toets module B: 20 multiple choice vragen en 10 open vragen.
Toets module C: 20 multiple choice vragen en 10 open vragen.

  • De multiple choice vragen komen willekeurig uit de readers.
  • Op het einde van de dag van zowel module B als ook van module C worden de vragen mondeling, klassikaal behandeld en besproken.
  • Toetsing wordt gebruikt om de behaalde competenties en doelstellingen te toetsen.

1.2 Tijdsbesteding module A+B+C:  200 uur te besteden aan oefeningen buiten de lessen om.

1.3 Literatuur 2 boeken verplicht aan te schaffen:

Boek: Gelaatkunde “Zien geeft Inzicht” auteur Joyce van der Voort
Boek: De Psychognomie auteur Prof. P. Bouts
Beide boeken zijn te koop via Instituut Gelaatkunde, via de website www.boekgelaatkunde.nl
Zie verder literatuurlijst.

2.0 Programma module A:

Contactdagen:            3 lesdagen
Contacturen:               6 ½ uur per dag incl. pauze en de lunch
Huiswerk:                   3 uren
Leesuren:                    10.25 uren

2.1 Methodiek en kijken naar basisvormen module A

Module A: Methodiek en kijken naar basisvormen.
Dag 1: Het gezicht en schedel verdeeld in vlakken en kijken naar basisvormen.
Dag 2: De mond o.a. wat vertelt de mond, communicatie, hoe kijk naar de orgaanzones.
Dag 3: De neus o.a. wat vertelt de neus, hoe verdeel ik de neus orgaanzones rondom neus.
De theorie wordt in de lessen omgezet in praktische oefeningen.

2.2 Huiswerk module A:
Lezen: Gelaatkunde “Zien geeft Inzicht” pag.: zie leeswijzer in reader.
Opgave: Iedere dag wordt een praktische opdracht meegegeven.

2.3 Doel Gelaatkunde Basis Module A
De student krijgt inzicht in de aard en het ontstaan van de methodiek.
De student leert de basis van de verdeling van de schedel en gezicht.
De student krijgt inzicht in het zien en het interpreteren van de energiestromen.
De student leert het herkennen van de energetische staat van de organen.

2.4       Na het volgen van module A krijgt de student een deelname bewijs module A

3.0 Programma module B:

Contactdagen::           4 lesdagen waarvan 3 themadagen en 1 casuïstiek dag
Lesuren:                      6 ½ lesuren per dag  incl. pauze en lunch
Huiswerk:                   1 ½  uren
Leesuren:                    9.5    uren

3.1 Module B: Methodisch lezen en combineren
Dag 1: Typologie o.a. uitleg kiembladen theorie, uiterlijke vorm en zijn energieën.
Dag 2: De oren o.a. wat vertelt de uiterlijke vorm van het oor, innerlijke gevoelsleven.
Dag 3: De ogen o.a. introvert/extrovert, woordgeheugen, spraak en schrift, orgaanzones rondom het oog.  Op dag 6 wordt een schriftelijke toets afgenomen.                   

Dag.4: casuïstiek dag module A+B
De student maakt onder begeleiding een zelfstandige analyse van een meegebrachte gastcliënt. De analyse wordt in de groep voorgedragen. Schriftelijk analyse wordt gemaakt voor de gast/cliënt.

3.2 Met de volgende opdracht.
Het analyseren van de gastcliënt vanuit de basismodules A en B.

  • Het toepassen van de kennis en methodiek van Gelaatkunde.
  • De termen weten te verwoorden in de communicatie naar cliënt.
  • Een schriftelijke analyse te maken van de gast/ cliënt.

3.3 Huiswerk:
Lezen: Gelaatkunde “Zien geeft Inzicht” pag.: zie leeswijzer
Opgave: Iedere dag wordt een praktische opdracht meegegeven.

3.4 Doel Gelaatkunde module B
De student leert en begrijpt de methode van Carl Huter vanuit de 3 kiembladen-leer.
De student leert de eigenschappen van de primaire, de secundaire en mengtypen.
De student heeft het inzicht door observatie te interpreteren welke energiestromen een belangrijke rol spelen.
De student leert en begrijpt door de energetische staat van de orgaanzones, de organen te duiden.
De student leert en heeft het inzicht combinaties te maken van module A+B en samen te voegen.
De student leert communicatievaardigheden in het interpreteren van de analyse.

3.5 Doel casuïstiek dag
De student weet de geleerde stof van module A+B toe te passen in praktijk.
Het uitspreken en vertalen en het interpreteren van de termen in bruikbare woorden naar de cliënt.
Het begrijpen en het kunnen vertalen van de energieën.
Het herkennen van eigen zwakke en sterke punten.

3.5       Na het volgen van module B incl. de praktijkdag de student een deelname bewijs module B .

4.0 Programma module C:

Contactdagen:            5 lesdagen waarvan 3 thema dagen en 2 casuïstiek dagen
Contacturen:               6 ½ uren per dag incl. pauze en lunch
Huiswerk:                   1 ½  uren
Leesuren:                    9.5    uren

4.1 Module C: Methodisch lezen en combineren
Dag 1: het voorhoofd
Dag 2: het achterhoofd
Dag 3: het zij- en bovenhoofd
Op dag 3 komt een schriftelijke toets van 10 multiple choice vragen en 10 open vragen.
Dag 4: 1e casuïstiek dag module C 
Met een meegenomen gastcliënt wordt onder begeleiding de kennis module C van de Frenologie en de Neu-Phrenologie getoetst.
Dag 5: 2e casuïstiek dag module A+B+C
Met een meegenomen gastcliënt wordt de totale kennis van module A+B+C meegenomen in de analyse onder begeleiding. De student maakt een schriftelijke analyse.

4.2 Met de volgende opdracht in zowel 1e als 2e casuïstiek dag

  • Het analyseren van de gastcliënt vanuit de basismodules A en B en C.
  • D.w.z. dat alle aspecten van voorgaande modules naar voren moeten kome
  • Het toepassen van de kennis en methodiek van Gelaatkunde.
  • De termen weten te verwoorden in de communicatie naar de cliënt.
  • Een schriftelijke analyse te maken van de gast/ cliënt.

4.2 Doel Gelaatkunde Basis Compleet Module C
            De student leert een complete analyse te maken.
            
De student leert en begrijpt vanuit welke emotie de cliënt vertrekt.
            De student integreert bij de analyse de biografie van de volwassene als kind.
            De student begrijpt en heeft inzicht in het belang van het sociale leven van de cliënt.
            De student leert de energetische onbewuste drijfveren.

4.3 Doel 1e casuïstiek lesdag
            
De student weet de frenologie toe te passen.
            De student weet de termen te interpreteren in begrijpelijke taal naar de gast/ cliënt.
            De student begrijpt de emotionele verwerking van de gast/ cliënt.
            De student heeft inzicht en begrijpt het emotioneel functioneren van de gast/ cliënt

4.3. Doel 2e casuïstiek lesdag
De student leert in een analyse de combinaties toe te passen van zowel module A+B+C.
De student herkent de emotionele psychische blokkades aan de hand van de uiterlijke kenmerken.
Het uitspreken en vertalen van de termen in bruikbare woorden naar de cliënt.
De student heeft inzicht en herkent de bewuste en onbewuste energetische impulsen.

4.4       Na het behalen van een voldoende d.w.z. schriftelijk een 6 en het maken van een analyse een 7 krijgt de student een Certificaat module C.

5.0 Algehele doelstelling(en) Na de scholing heeft de deelnemer:

  1. Begrip en inzicht in aard en ontstaan van de methodiek van gelaatkunde.
  2. Geleerd om vormen te herkennen en toe te passen van gezicht, schedel en het hele lichaam in een analyse.
  3. Inzicht en herkennen van de energetische staat van de organen behorende bij mond, neus, ogen en oren.
  4. Met de kennis, het kunnen maken van een acceptabele karakteranalyse met behulp van de aangereikte informatie van de docent.
  5. Het integreren van de kennis en het kunnen toepassen op eigen vakgebied.
  6. Inzicht in de uiterlijke vorm en dit weten toe te passen om een betere communicatie te laten ontstaan naar een cliënt toe.
  7. Het herkennen van het proces waarin de cliënt
  8. Het weten vanuit welke energie de cliënt vertrekt.

Achtergrond informatie over de grondleggers van de methodiek.

  • Prof. Gall (rond1700) Frenoloog. (= hersenchirurg) Door zijn interesse naar de mens werd zijn nieuwsgierigheid zodanig geprikkeld, dat hij op zoek is gegaan naar de eenheid van vorm en geest. Hij is de grondlegger van de schedelleer.
    Veel van zijn naslagwerken zijn door Napoleon vernietigd na een ongelukkige opmerking van prof. Gall. Zijn manier van werken werd later Frenologie genoemd.
  • Spurtzheim is een leerling van Gall. Ook hij is een frenoloog. Hij heeft het werk vooral in Engeland voortgezet.
  • Gebroeders Combe, een groot frenoloog heeft, een psychologisch beeld gegeven aan de werken van Call.
  • Carl Huter  Duitse wetenschapper in de biologie (1861 – 1912)
    Vele oude wetenschappers hebben verteld, dat ziel en lichaam een is.
    Zo is ook Carl Huter in zijn zoektocht doorgegaan met de geest in de vorm te doorgronden.
    Hij is degene die de Psycho-Physiognomie en de Patho-Physiognomie vorm heeft gegeven. Zijn typologie is gebaseerd op de drie kiembladen-theorie. Hij is degene, die de eer mag opstrijken, als ontdekker van de kiemblaas met zijn drie kiembladen. De kiemblaas ontstaat na enkele weken
    van bevruchting in de gedeelde cellen. Zo heeft hij biologie en psychologie met elkaar verbonden. Zijn manier van kijken is gebaseerd op het hele lichaam, gezicht en schedel met de daarbij horende energieën en uitstraling.
    Met de Neu-frenologie heeft hij een ander manier gevonden, om te kijken welke energie iemand heeft en hoe hij of zij deze energie kan inzetten.
  • Prof. Paul Bouts (1900 -1999) Hij is arts. Hij is degenen die de naam psychognomie aan de schedelleer heeft gegeven. Schrijver van het boek “De Psychognomie”.
    Het was zijn levenswerk om nieuw leven te blazen in het kijken en begrijpen van vorm en geest. Op het gebied van voeding heeft hij verschillende boeken geschreven.
    Begrip creëren, naar jezelf en naar anderen is een van zijn doelstellingen.
    Zijn leer is vooral gebaseerd op de schedelleer.

Literatuurlijst

  • Gelaatkunde “Zien geeft Inzicht” Joyce van der Voort
  • De Psychognomie van Prof. Paul Bouts
  • Lehrbuch der Menschenkenntnis van Fritz Aerni
  • Grundlagen der Menschenkenntnis Die formkraft der Psyche band 1
  • Grundlagen der Menschenkenntnis Die formkraft der Psyche band 2
  • Patho-Physiognomik van Natale Ferronato
  • Dein Gesicht Der spiegel Deiner Gesundheit van Karlheinz Raab
  • Das offene Geheimnis van Walter Schels
  • Was Ohren verraten van Prof. Dr. Walter Hartenbach