Blog 4 – Gelaatkunde kijkt niet alleen naar gezichtsvormen en zintuigen
Gelaatkunde kijkt niet alleen naar gezichtsvormen en zintuigen
Daarom is het belangrijk om bij een analyse niet alleen op het gezicht af te gaan. Veel mensen die met Gelaatkunde bezig zijn, vergeten naar de schedel te kijken. Veel te snel wordt vanuit de gelaatsvormen en zintuigen een analyse gemaakt. In mijn boek GELAATKUNDE ga ik daar uitvoerig op in.
In de vorm van de schedel en onder het haar is nog een zee van natuurlijke karaktereigenschappen te ontdekken, die de juiste persoonlijkheid weergeven. Deze karaktereigenschappen kun je zien als de blauwdruk. Deze eigenschappen en neigingen van de persoonlijkheid werken onbewust en nauw samen met de gezichtsvormen en zintuigen, zoals neus, mond, ogen en oren.
De karaktereigenschappen die op de schedel te vinden zijn en de karakter- eigenschappen die je in de gezichtsvormen vindt, versterken of verzwakken elkaar. In mijn boek heb ik hierover meerdere voorbeelden gegeven.
Deze blog gaat over de vorm van het voorhoofd:
Ben ik een praktische waarnemer of een dromer?
Al in de Oudheid was men bezig met het bestuderen van de schedel. De Maya’s in het oude Mexico brachten hun pasgeborenen naar een priester om het voorhoofd te laten modeleren. Zij wisten al dat de onderkant van het voorhoofd te maken heeft met waarneming; het laat de opname en weergave zien van de waarneming. Waarneming hoort bij het overleven. Dat is ook de reden dat de Maya’s het belangrijk vonden dat de onderkant van het voorhoofd sterk ontwikkeld was: dit is het tegenovergestelde van een bol voorhoofd, dat een dromer laat zien, die gevoelsmatiger in het denken is. Ze bonden een gouden plaat op de bovenkant van het voorhoofd, zodat de groei van het boven-voorhoofd werd tegengehouden. Zo probeerden ze de vorm van het voorhoofd te manipuleren.
Hoe herkennen we het visuele-type?
We herkennen het visuele type aan de uitgebouwde onder-voorhoofd-basis. Het bovenhoofd loopt schuin naar achter. De ogen lijken door de sterke ontwikkeling van het onder-voorhoofd dieper te liggen. Deze personen zijn sterk visueel ingesteld. Heb je deze typen in je groep, zorg er dan voor dat je voor hen veel beeldend materiaal hebt. Wees duidelijk en geef een goede verbeelding van de woorden.
Hoe herkennen we de gevoels / filosofische denker.
Het bovenvoorhoofd is hier boven [rechts] het sterkst ontwikkeld.
Deze personen zijn kwetsbaar in hun beleving.
Situaties worden gevoelsmatiger beleefd en ingekleurd vanuit eigen beleving en ervaringen. Indien het benedenvoorhoofd [links] sterk is ontwikkeld, zal de persoon bewijzen vragen. Het zien is belangrijk. Voorbeelden moeten in beeld zichtbaar worden gemaakt. De persoon is stellig in zijn overtuigingen. In communicatie met deze personen is het belangrijk om in duidelijke, realistische taal te spreken en niet vanuit het gevoel. Het rationele en realistische denken staat voorop.
Bij personen waar het beneden-voorhoofd niet ontwikkeld is, maar wel het boven-voorhoofd [foto boven rechts] , krijgt het gevoel sneller de overhand. Ideeën en [eigen] theorieën zijn belangrijk. Dit zijn personen die filosoferen. Ze zoeken diepgang in het hoe en het waarom.